STUDY OF THE GENETIC BASIS OF PROTEIN RICHNESS AND COAGULABILITY OF SHEEP MILK BY ANALYSIS OF THE TRANSCRIPTOME AND MICROBIOME OF THE MAMMARY GLAND (Q3209080): Difference between revisions
Jump to navigation
Jump to search
(Changed label, description and/or aliases in de, and other parts: Adding German translations) |
(Changed label, description and/or aliases in nl, and other parts: Adding Dutch translations) |
||||||||||||||
label / nl | label / nl | ||||||||||||||
STUDIE VAN DE GENETISCHE BASIS VAN EIWITRIJKHEID EN STOLLBAARHEID VAN SCHAPENMELK DOOR ANALYSE VAN HET TRANSCRIPTOOM EN MICROBIOOM VAN DE BORSTKLIER | |||||||||||||||
Property / summary | |||||||||||||||
DE PRODUCTIE VAN SCHAPENMELK IN SPANJE VERTEGENWOORDIGT 21 % VAN DE TOTALE EU, WAARBIJ CASTILIË EN LEON DE MEEST PRODUCERENDE REGIO ZIJN EN MET DE HOOGSTE TELLING VAN ONS LAND. DEZE PRODUCTIE IS VRIJWEL GEHEEL BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KAAS VAN HOGE KWALITEIT, ZODAT DE TOENAME VAN DE KAASOPBRENGST, DIE STERK AFHANKELIJK IS VAN HET EIWIT- EN VETGEHALTE VAN DE MELK, EVENALS DE STOLLINGSEIGENSCHAPPEN (MCP), VAN GROOT BELANG ZIJN VOOR DEZE SECTOR. DIT PROJECT, PROTMILKOMA, HEEFT TOT DOEL DE PARALLELLE MASSASEQUENTIETECHNIEK VAN HET TRANSCRIPTOOM, OF RNASEQ, TE GEBRUIKEN VOOR DE DETECTIE VAN GENETISCHE VARIANTEN MET EFFECTEN OP DE ZUIVELPRODUCTIEKARAKTERS, VOORNAMELIJK HET PERCENTAGE EIWITTEN (PP) EN MCP. DAARNAAST WORDT IN HET PROJECT VOORGESTELD OM DE MICROBIOTA VAN DE GEZONDE BORSTKLIER VAN DE SCHAPEN TE KARAKTERISEREN, WAARVAN DE SAMENSTELLING EN HET EVENWICHT HET WELZIJN EN DE PRODUCTIVITEIT VAN HET DIER KUNNEN BEÏNVLOEDEN, EVENALS DE KWALITEIT EN TECHNOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE GEPRODUCEERDE MELK. DAARTOE WORDEN DRIE SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN VASTGESTELD. IN DE EERSTE WERD HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN SCHAPEN MET EEN AFWIJKEND FENOTYPE VOOR PP GEANALYSEERD, WAARBIJ EEN EXPERIMENT VAN RNASEQ WERD UITGEVOERD IN TWEE SCHAPENRASSEN, CHURRA EN ASSAF (4 DIEREN HOOG PP VS 4 AN). ONDER PP, IN ELK RAS). UIT ALLE VARIANTEN DIE ZIJN GEÏDENTIFICEERD MET EXTREME FREQUENTIES TUSSEN DE TWEE GROEPEN, MET NAME DIE IN DE GENEN VAN DE CASEÏNE EN WEIPROTEÏNEN EN DIE VAN DE GENEN DIE ALS DIFFERENTIEEL ZIJN UITGEDRUKT (DEGS), ZAL EEN GROEP SNP’S WORDEN GESELECTEERD VOOR OPNAME IN EEN CHIP MET LAGE DICHTHEID, DE MILKPROTEÏNE-CHIP (3.2K), WAARVAN GENOTYPERING IN COMMERCIËLE POPULATIES (600 CHURRAS EN 600 ASSAF) ZAL DIENEN OM MOGELIJKE ASSOCIATIES MET ZUIVELKARAKTERS TE BEVESTIGEN. IN DE TWEEDE DOELSTELLING, PARALLEL, WERD EEN RNASEQ EXPERIMENT UITGEVOERD OM HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN ASSAF SCHAPEN TE VERGELIJKEN MET DIVERGING EXTREME FENOTYPE VOOR MELK STOLLBAARHEID EN KAAS OPBRENGST KARAKTERS (4 EEN. VAN OPTIMALE MCP VS 4 AN. VAN SLECHTE PCM). DAARTOE ZULLEN VERSCHILLENDE PARAMETERS MET BETREKKING TOT MCP’S (RCT, K20, A30, A45 EN A90, KAASOPBRENGST, MELKCITRAATGEHALTE EN PH) WORDEN BEPAALD. NOGMAALS, DE UITEENLOPENDE VARIABILITEIT DIE IN DIT EXPERIMENT WORDT VASTGESTELD, SELECTEERT SNP’S (GEPLAATST IN DE GENEN VAN MELKEIWITTEN, IN DE SDR’S EN DE GENEN VAN DE CITRAATSYNTHESEROUTE) DIE IN DE MILKPROTEÏNE-CHIP MOETEN WORDEN OPGENOMEN. DE GENOTYPES VAN DEZE CHIP GEGENEREERD IN 400 ASSAF SCHAPEN MET MAATREGELEN BESCHIKBAAR VOOR DE TECHNOLOGISCHE KARAKTERS IN STUDIE ZAL TOELATEN OM VARIANTEN GEASSOCIEERD MET DEZE FENOTYPES TE IDENTIFICEREN. TEN SLOTTE ZAL DE DERDE DOELSTELLING DE MAMMAIRE MICROBIOTA VAN DE ASSAF-SCHAPEN BEMONSTERD IN DOELSTELLING 2 KARAKTERISEREN DOOR DE VARIABILITEIT VAN HET 16S RRNA-GEN TE ANALYSEREN DOOR SEQUENCING, TE GEBRUIKEN VOOR TAXONOMISCHE TOEWIJZING EN KWANTIFICERING VAN DE MAMMAIRE MICROBIOTA. HET DOEL IS MICROBIËLE PROFIELEN TE IDENTIFICEREN DIE EEN POSITIEF EFFECT KUNNEN HEBBEN OP DE MELKKAASOPBRENGST. BOVENDIEN ZULLEN MONSTERS MET GROTERE MICROBIËLE VARIABILITEIT WORDEN ONDERWORPEN AAN VOLLEDIGE SEQUENCING VAN BACTERIËLE DNA MET BEHULP VAN EEN METAGENOMISCHE BENADERING. SAMEN STREEFT PROTMILKOMA MET DE MODERNSTE TOOLS EN GENOMISCHE TECHNOLOGIEËN NAAR PRAKTISCHE OPLOSSINGEN VOOR DE ZUIVELSECTOR. (Dutch) | |||||||||||||||
Property / summary: DE PRODUCTIE VAN SCHAPENMELK IN SPANJE VERTEGENWOORDIGT 21 % VAN DE TOTALE EU, WAARBIJ CASTILIË EN LEON DE MEEST PRODUCERENDE REGIO ZIJN EN MET DE HOOGSTE TELLING VAN ONS LAND. DEZE PRODUCTIE IS VRIJWEL GEHEEL BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KAAS VAN HOGE KWALITEIT, ZODAT DE TOENAME VAN DE KAASOPBRENGST, DIE STERK AFHANKELIJK IS VAN HET EIWIT- EN VETGEHALTE VAN DE MELK, EVENALS DE STOLLINGSEIGENSCHAPPEN (MCP), VAN GROOT BELANG ZIJN VOOR DEZE SECTOR. DIT PROJECT, PROTMILKOMA, HEEFT TOT DOEL DE PARALLELLE MASSASEQUENTIETECHNIEK VAN HET TRANSCRIPTOOM, OF RNASEQ, TE GEBRUIKEN VOOR DE DETECTIE VAN GENETISCHE VARIANTEN MET EFFECTEN OP DE ZUIVELPRODUCTIEKARAKTERS, VOORNAMELIJK HET PERCENTAGE EIWITTEN (PP) EN MCP. DAARNAAST WORDT IN HET PROJECT VOORGESTELD OM DE MICROBIOTA VAN DE GEZONDE BORSTKLIER VAN DE SCHAPEN TE KARAKTERISEREN, WAARVAN DE SAMENSTELLING EN HET EVENWICHT HET WELZIJN EN DE PRODUCTIVITEIT VAN HET DIER KUNNEN BEÏNVLOEDEN, EVENALS DE KWALITEIT EN TECHNOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE GEPRODUCEERDE MELK. DAARTOE WORDEN DRIE SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN VASTGESTELD. IN DE EERSTE WERD HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN SCHAPEN MET EEN AFWIJKEND FENOTYPE VOOR PP GEANALYSEERD, WAARBIJ EEN EXPERIMENT VAN RNASEQ WERD UITGEVOERD IN TWEE SCHAPENRASSEN, CHURRA EN ASSAF (4 DIEREN HOOG PP VS 4 AN). ONDER PP, IN ELK RAS). UIT ALLE VARIANTEN DIE ZIJN GEÏDENTIFICEERD MET EXTREME FREQUENTIES TUSSEN DE TWEE GROEPEN, MET NAME DIE IN DE GENEN VAN DE CASEÏNE EN WEIPROTEÏNEN EN DIE VAN DE GENEN DIE ALS DIFFERENTIEEL ZIJN UITGEDRUKT (DEGS), ZAL EEN GROEP SNP’S WORDEN GESELECTEERD VOOR OPNAME IN EEN CHIP MET LAGE DICHTHEID, DE MILKPROTEÏNE-CHIP (3.2K), WAARVAN GENOTYPERING IN COMMERCIËLE POPULATIES (600 CHURRAS EN 600 ASSAF) ZAL DIENEN OM MOGELIJKE ASSOCIATIES MET ZUIVELKARAKTERS TE BEVESTIGEN. IN DE TWEEDE DOELSTELLING, PARALLEL, WERD EEN RNASEQ EXPERIMENT UITGEVOERD OM HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN ASSAF SCHAPEN TE VERGELIJKEN MET DIVERGING EXTREME FENOTYPE VOOR MELK STOLLBAARHEID EN KAAS OPBRENGST KARAKTERS (4 EEN. VAN OPTIMALE MCP VS 4 AN. VAN SLECHTE PCM). DAARTOE ZULLEN VERSCHILLENDE PARAMETERS MET BETREKKING TOT MCP’S (RCT, K20, A30, A45 EN A90, KAASOPBRENGST, MELKCITRAATGEHALTE EN PH) WORDEN BEPAALD. NOGMAALS, DE UITEENLOPENDE VARIABILITEIT DIE IN DIT EXPERIMENT WORDT VASTGESTELD, SELECTEERT SNP’S (GEPLAATST IN DE GENEN VAN MELKEIWITTEN, IN DE SDR’S EN DE GENEN VAN DE CITRAATSYNTHESEROUTE) DIE IN DE MILKPROTEÏNE-CHIP MOETEN WORDEN OPGENOMEN. DE GENOTYPES VAN DEZE CHIP GEGENEREERD IN 400 ASSAF SCHAPEN MET MAATREGELEN BESCHIKBAAR VOOR DE TECHNOLOGISCHE KARAKTERS IN STUDIE ZAL TOELATEN OM VARIANTEN GEASSOCIEERD MET DEZE FENOTYPES TE IDENTIFICEREN. TEN SLOTTE ZAL DE DERDE DOELSTELLING DE MAMMAIRE MICROBIOTA VAN DE ASSAF-SCHAPEN BEMONSTERD IN DOELSTELLING 2 KARAKTERISEREN DOOR DE VARIABILITEIT VAN HET 16S RRNA-GEN TE ANALYSEREN DOOR SEQUENCING, TE GEBRUIKEN VOOR TAXONOMISCHE TOEWIJZING EN KWANTIFICERING VAN DE MAMMAIRE MICROBIOTA. HET DOEL IS MICROBIËLE PROFIELEN TE IDENTIFICEREN DIE EEN POSITIEF EFFECT KUNNEN HEBBEN OP DE MELKKAASOPBRENGST. BOVENDIEN ZULLEN MONSTERS MET GROTERE MICROBIËLE VARIABILITEIT WORDEN ONDERWORPEN AAN VOLLEDIGE SEQUENCING VAN BACTERIËLE DNA MET BEHULP VAN EEN METAGENOMISCHE BENADERING. SAMEN STREEFT PROTMILKOMA MET DE MODERNSTE TOOLS EN GENOMISCHE TECHNOLOGIEËN NAAR PRAKTISCHE OPLOSSINGEN VOOR DE ZUIVELSECTOR. (Dutch) / rank | |||||||||||||||
Normal rank | |||||||||||||||
Property / summary: DE PRODUCTIE VAN SCHAPENMELK IN SPANJE VERTEGENWOORDIGT 21 % VAN DE TOTALE EU, WAARBIJ CASTILIË EN LEON DE MEEST PRODUCERENDE REGIO ZIJN EN MET DE HOOGSTE TELLING VAN ONS LAND. DEZE PRODUCTIE IS VRIJWEL GEHEEL BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KAAS VAN HOGE KWALITEIT, ZODAT DE TOENAME VAN DE KAASOPBRENGST, DIE STERK AFHANKELIJK IS VAN HET EIWIT- EN VETGEHALTE VAN DE MELK, EVENALS DE STOLLINGSEIGENSCHAPPEN (MCP), VAN GROOT BELANG ZIJN VOOR DEZE SECTOR. DIT PROJECT, PROTMILKOMA, HEEFT TOT DOEL DE PARALLELLE MASSASEQUENTIETECHNIEK VAN HET TRANSCRIPTOOM, OF RNASEQ, TE GEBRUIKEN VOOR DE DETECTIE VAN GENETISCHE VARIANTEN MET EFFECTEN OP DE ZUIVELPRODUCTIEKARAKTERS, VOORNAMELIJK HET PERCENTAGE EIWITTEN (PP) EN MCP. DAARNAAST WORDT IN HET PROJECT VOORGESTELD OM DE MICROBIOTA VAN DE GEZONDE BORSTKLIER VAN DE SCHAPEN TE KARAKTERISEREN, WAARVAN DE SAMENSTELLING EN HET EVENWICHT HET WELZIJN EN DE PRODUCTIVITEIT VAN HET DIER KUNNEN BEÏNVLOEDEN, EVENALS DE KWALITEIT EN TECHNOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE GEPRODUCEERDE MELK. DAARTOE WORDEN DRIE SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN VASTGESTELD. IN DE EERSTE WERD HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN SCHAPEN MET EEN AFWIJKEND FENOTYPE VOOR PP GEANALYSEERD, WAARBIJ EEN EXPERIMENT VAN RNASEQ WERD UITGEVOERD IN TWEE SCHAPENRASSEN, CHURRA EN ASSAF (4 DIEREN HOOG PP VS 4 AN). ONDER PP, IN ELK RAS). UIT ALLE VARIANTEN DIE ZIJN GEÏDENTIFICEERD MET EXTREME FREQUENTIES TUSSEN DE TWEE GROEPEN, MET NAME DIE IN DE GENEN VAN DE CASEÏNE EN WEIPROTEÏNEN EN DIE VAN DE GENEN DIE ALS DIFFERENTIEEL ZIJN UITGEDRUKT (DEGS), ZAL EEN GROEP SNP’S WORDEN GESELECTEERD VOOR OPNAME IN EEN CHIP MET LAGE DICHTHEID, DE MILKPROTEÏNE-CHIP (3.2K), WAARVAN GENOTYPERING IN COMMERCIËLE POPULATIES (600 CHURRAS EN 600 ASSAF) ZAL DIENEN OM MOGELIJKE ASSOCIATIES MET ZUIVELKARAKTERS TE BEVESTIGEN. IN DE TWEEDE DOELSTELLING, PARALLEL, WERD EEN RNASEQ EXPERIMENT UITGEVOERD OM HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN ASSAF SCHAPEN TE VERGELIJKEN MET DIVERGING EXTREME FENOTYPE VOOR MELK STOLLBAARHEID EN KAAS OPBRENGST KARAKTERS (4 EEN. VAN OPTIMALE MCP VS 4 AN. VAN SLECHTE PCM). DAARTOE ZULLEN VERSCHILLENDE PARAMETERS MET BETREKKING TOT MCP’S (RCT, K20, A30, A45 EN A90, KAASOPBRENGST, MELKCITRAATGEHALTE EN PH) WORDEN BEPAALD. NOGMAALS, DE UITEENLOPENDE VARIABILITEIT DIE IN DIT EXPERIMENT WORDT VASTGESTELD, SELECTEERT SNP’S (GEPLAATST IN DE GENEN VAN MELKEIWITTEN, IN DE SDR’S EN DE GENEN VAN DE CITRAATSYNTHESEROUTE) DIE IN DE MILKPROTEÏNE-CHIP MOETEN WORDEN OPGENOMEN. DE GENOTYPES VAN DEZE CHIP GEGENEREERD IN 400 ASSAF SCHAPEN MET MAATREGELEN BESCHIKBAAR VOOR DE TECHNOLOGISCHE KARAKTERS IN STUDIE ZAL TOELATEN OM VARIANTEN GEASSOCIEERD MET DEZE FENOTYPES TE IDENTIFICEREN. TEN SLOTTE ZAL DE DERDE DOELSTELLING DE MAMMAIRE MICROBIOTA VAN DE ASSAF-SCHAPEN BEMONSTERD IN DOELSTELLING 2 KARAKTERISEREN DOOR DE VARIABILITEIT VAN HET 16S RRNA-GEN TE ANALYSEREN DOOR SEQUENCING, TE GEBRUIKEN VOOR TAXONOMISCHE TOEWIJZING EN KWANTIFICERING VAN DE MAMMAIRE MICROBIOTA. HET DOEL IS MICROBIËLE PROFIELEN TE IDENTIFICEREN DIE EEN POSITIEF EFFECT KUNNEN HEBBEN OP DE MELKKAASOPBRENGST. BOVENDIEN ZULLEN MONSTERS MET GROTERE MICROBIËLE VARIABILITEIT WORDEN ONDERWORPEN AAN VOLLEDIGE SEQUENCING VAN BACTERIËLE DNA MET BEHULP VAN EEN METAGENOMISCHE BENADERING. SAMEN STREEFT PROTMILKOMA MET DE MODERNSTE TOOLS EN GENOMISCHE TECHNOLOGIEËN NAAR PRAKTISCHE OPLOSSINGEN VOOR DE ZUIVELSECTOR. (Dutch) / qualifier | |||||||||||||||
point in time: 17 December 2021
|
Revision as of 20:13, 17 December 2021
Project Q3209080 in Spain
Language | Label | Description | Also known as |
---|---|---|---|
English | STUDY OF THE GENETIC BASIS OF PROTEIN RICHNESS AND COAGULABILITY OF SHEEP MILK BY ANALYSIS OF THE TRANSCRIPTOME AND MICROBIOME OF THE MAMMARY GLAND |
Project Q3209080 in Spain |
Statements
111,925.0 Euro
0 references
223,850.0 Euro
0 references
50.0 percent
0 references
1 January 2016
0 references
30 June 2019
0 references
UNIVERSIDAD DE LEON
0 references
24089
0 references
LA PRODUCCION DE LECHE DE OVEJA EN ESPAÑA CONSTITUYE EL 21% DEL TOTAL DE LA UE, SIENDO CASTILLA Y LEON LA REGION MAS PRODUCTORA Y CON MAYOR CENSO DE NUESTRO PAIS. ESTA PRODUCCION ESTA DESTINADA CASI EN SU TOTALIDAD A LA ELABORACION DE QUESO DE ALTA CALIDAD, POR LO QUE EL AUMENTO DEL RENDIMIENTO QUESERO, ALTAMENTE DEPENDIENTE DEL CONTENIDO DE PROTEINA Y GRASA DE LA LECHE, ASI COMO SUS PROPIEDADES DE COAGULACION (MCP), SON DE GRAN INTERES PARA ESTE SECTOR. EL PRESENTE PROYECTO, PROTMILKOMA, PRETENDE UTILIZAR LA TECNICA DE SECUENCIACION MASIVA PARALELA DEL TRANSCRIPTOMA, O RNASEQ, PARA LA DETECCION DE VARIANTES GENETICAS CON EFECTOS SOBRE CARACTERES DE PRODUCCION LECHERA, PRINCIPALMENTE EL PORCENTAJE DE PROTEINA (PP) Y LAS MCP. ADEMAS, EL PROYECTO PROPONE CARACTERIZAR LA MICROBIOTA DE LA GLANDULA MAMARIA SANA DE LA OVEJA, CUYA COMPOSICION Y EQUILIBRIO PUEDEN AFECTAR AL BIENESTAR Y PRODUCTIVIDAD DEL ANIMAL, ASI COMO A LA CALIDAD Y PROPIEDADES TECNOLOGICAS DE LA LECHE PRODUCIDA. PARA ELLO SE PLANTEAN TRES OBJETIVOS ESPECIFICOS. EN EL PRIMERO SE ANALIZARA EL TRANSCRIPTOMA MAMARIO DE OVEJAS CON FENOTIPO DIVERGENTE PARA PP, REALIZANDOSE UN EXPERIMENTO DE RNASEQ EN DOS RAZAS OVINAS, CHURRA Y ASSAF (4 ANIMALES DE ALTO PP VS 4 AN. BAJO PP, EN CADA RAZA). DE TODAS LAS VARIANTES IDENTIFICADAS CON FRECUENCIAS EXTREMAS ENTRE LOS DOS GRUPOS, ESPECIALMENTE LAS LOCALIZADAS EN LOS GENES DE LAS CASEINAS Y PROTEINAS DEL LACTOSUERO Y LAS DE LOS GENES IDENTIFICADOS COMO EXPRESADOS DIFERENCIALMENTE (DEGS), SE SELECCIONARA UN GRUPO DE SNPS PARA SU INCLUSION EN UN CHIP DE BAJA DENSIDAD, EL MILKPROTEIN-CHIP (3.2K), CUYO GENOTIPADO EN POBLACIONES COMERCIALES (600 CHURRAS Y 600 ASSAF) SERVIRA PARA CONFIRMAR POSIBLES ASOCIACIONES CON CARACTERES LECHEROS. EN EL SEGUNDO OBJETIVO, DE FORMA PARALELA, SE REALIZARA UN EXPERIMENTO DE RNASEQ PARA COMPARAR EL TRANSCRIPTOMA MAMARIO DE OVEJAS ASSAF CON FENOTIPO EXTREMO DIVERGENTE PARA CARACTERES DE COAGULABILIDAD DE LA LECHE Y DE RENDIMIENTO QUESERO (4 AN. DE OPTIMAS MCP VS 4 AN. DE DEFICIENTES MCP). PARA ELLO, SE REALIZARA UNA DETERMINACION DE VARIOS PARAMETROS RELACIONADOS CON LAS MCP (RCT, K20, A30, A45, Y A90, RENDIMIENTO QUESERO, CONTENIDO EN CITRATO DE LA LECHE Y PH). DE NUEVO, DE LA VARIABILIDAD DIVERGENTE IDENTIFICADA EN ESTE EXPERIMENTO SE SELECCIONARAN SNPS (LOCALIZADOS EN LOS GENES DE LAS PROTEINAS DE LA LECHE, EN LOS DEGS Y LOS GENES DE LA RUTA DE SINTESIS DEL CITRATO) PARA INCLUIRLOS EN EL MILKPROTEIN-CHIP. LOS GENOTIPOS DE ESTE CHIP GENERADOS EN 400 OVEJAS ASSAF CON MEDIDAS DISPONIBLES PARA LOS CARACTERES TECNOLOGICOS EN ESTUDIO PERMITIRAN IDENTIFICAR VARIANTES ASOCIADAS CON DICHOS FENOTIPOS. FINALMENTE, EL TERCER OBJETIVO CARACTERIZARA LA MICROBIOTA MAMARIA DE LAS OVEJAS ASSAF MUESTREADAS EN EL OBJETIVO 2 MEDIANTE EL ANALISIS DE LA VARIABILIDAD DEL GEN 16S RRNA MEDIANTE SECUENCIACION, QUE SE USARA PARA LA ASIGNACION TAXONOMICA Y CUANTIFICACION DE LA MICROBIOTA MAMARIA. MEDIANTE POSTERIOR ANALISIS DE ASOCIACION SE PRETENDE IDENTIFICAR CIERTOS PERFILES MICROBIANOS QUE PUDIERAN TENER UN EFECTO POSITIVO PARA EL RENDIMIENTO QUESERO DE LA LECHE. ADEMAS, LAS MUESTRAS CON MAYOR VARIABILIDAD MICROBIANA SERAN SOMETIDAS A UNA SECUENCIACION COMPLETA DEL DNA BACTERIANO UTILIZANDO UN ENFOQUE METAGENOMICO. EN CONJUNTO, PROTMILKOMA, PRETENDE, A TRAVES DE LAS MAS MODERNAS HERRAMIENTAS Y TECNOLOGIAS GENOMICAS, PROPORCIONAR SOLUCIONES PRACTICAS AL SECTOR OVINO LECHERO. (Spanish)
0 references
THE PRODUCTION OF SHEEP’S MILK IN SPAIN CONSTITUTES 21 % OF THE TOTAL EU, WITH CASTILE AND LEON BEING THE MOST PRODUCING REGION AND WITH THE HIGHEST CENSUS OF OUR COUNTRY. THIS PRODUCTION IS DESTINED ALMOST ENTIRELY TO THE MANUFACTURE OF HIGH QUALITY CHEESE, SO THE INCREASE IN THE CHEESE YIELD, HIGHLY DEPENDENT ON THE PROTEIN AND FAT CONTENT OF THE MILK, AS WELL AS ITS COAGULATION PROPERTIES (MCP), ARE OF GREAT INTEREST FOR THIS SECTOR. THIS PROJECT, PROTMILKOMA, AIMS TO USE THE PARALLEL MASS SEQUENCE TECHNIQUE OF THE TRANSCRIPTOME, OR RNASEQ, FOR THE DETECTION OF GENETIC VARIANTS WITH EFFECTS ON DAIRY PRODUCTION CHARACTERS, MAINLY THE PERCENTAGE OF PROTEIN (PP) AND MCP. IN ADDITION, THE PROJECT PROPOSES TO CHARACTERISE THE MICROBIOTA OF THE HEALTHY BREAST GLAND OF THE SHEEP, WHOSE COMPOSITION AND BALANCE CAN AFFECT THE WELFARE AND PRODUCTIVITY OF THE ANIMAL, AS WELL AS THE QUALITY AND TECHNOLOGICAL PROPERTIES OF THE MILK PRODUCED. TO THIS END, THREE SPECIFIC OBJECTIVES ARE SET. IN THE FIRST ONE THE MAMMARY TRANSCRIPTOME OF SHEEP WITH DIVERGENT PHENOTYPE FOR PP WAS ANALYSED, PERFORMING AN EXPERIMENT OF RNASEQ IN TWO SHEEP BREEDS, CHURRA AND ASSAF (4 ANIMALS HIGH PP VS 4 AN. UNDER PP, IN EACH BREED). FROM ALL VARIANTS IDENTIFIED WITH EXTREME FREQUENCIES BETWEEN THE TWO GROUPS, ESPECIALLY THOSE LOCATED IN THE GENES OF THE CASEINS AND WHEY PROTEINS AND THOSE OF THE GENES IDENTIFIED AS DIFFERENTIALLY EXPRESSED (DEGS), A GROUP OF SNPS WILL BE SELECTED FOR INCLUSION IN A LOW-DENSITY CHIP, THE MILKPROTEIN-CHIP (3.2K), WHOSE GENOTYPING IN COMMERCIAL POPULATIONS (600 CHURRAS AND 600 ASSAF) WILL SERVE TO CONFIRM POSSIBLE ASSOCIATIONS WITH DAIRY CHARACTERS. IN THE SECOND OBJECTIVE, IN PARALLEL, A RNASEQ EXPERIMENT WAS PERFORMED TO COMPARE THE MAMMARY TRANSCRIPTOME OF ASSAF SHEEP WITH DIVERGING EXTREME PHENOTYPE FOR MILK COAGULABILITY AND CHEESE YIELD CHARACTERS (4 AN. OF OPTIMAL MCP VS 4 AN. OF POOR PCM). TO DO THIS, A DETERMINATION OF SEVERAL PARAMETERS RELATED TO MCPS (RCT, K20, A30, A45, AND A90, CHEESE YIELD, MILK CITRATE CONTENT AND PH) WILL BE PERFORMED. AGAIN, THE DIVERGING VARIABILITY IDENTIFIED IN THIS EXPERIMENT WILL SELECT SNPS (LOCATED IN THE GENES OF MILK PROTEINS, IN THE SDRS AND THE GENES OF THE CITRATE SYNTHESIS ROUTE) TO BE INCLUDED IN THE MILKPROTEIN-CHIP. THE GENOTYPES OF THIS CHIP GENERATED IN 400 ASSAF SHEEP WITH MEASURES AVAILABLE FOR THE TECHNOLOGICAL CHARACTERS UNDER STUDY WILL ALLOW TO IDENTIFY VARIANTS ASSOCIATED WITH THESE PHENOTYPES. FINALLY, THE THIRD OBJECTIVE WILL CHARACTERISE THE MAMMARY MICROBIOTA OF THE ASSAF SHEEP SAMPLED IN OBJECTIVE 2 BY ANALYSING THE VARIABILITY OF THE 16S RRNA GENE BY SEQUENCING, TO BE USED FOR TAXONOMIC ALLOCATION AND QUANTIFICATION OF THE MAMMARY MICROBIOTA. THE AIM IS TO IDENTIFY MICROBIAL PROFILES THAT COULD HAVE A POSITIVE EFFECT ON MILK’S CHEESE YIELD. IN ADDITION, SAMPLES WITH GREATER MICROBIAL VARIABILITY WILL BE SUBJECTED TO COMPLETE SEQUENCING OF BACTERIAL DNA USING A METAGENOMIC APPROACH. TOGETHER, PROTMILKOMA AIMS, THROUGH THE MOST MODERN TOOLS AND GENOMIC TECHNOLOGIES, TO PROVIDE PRACTICAL SOLUTIONS TO THE DAIRY SHEEP SECTOR. (English)
13 October 2021
0 references
LA PRODUCTION DE LAIT DE BREBIS EN ESPAGNE REPRÉSENTE 21 % DE L’ENSEMBLE DE L’UE, LA CASTILLE ET LEÓN ÉTANT LA RÉGION LA PLUS PRODUCTRICE ET LE RECENSEMENT LE PLUS ÉLEVÉ DE NOTRE PAYS. CETTE PRODUCTION EST DESTINÉE PRESQUE EXCLUSIVEMENT À LA FABRICATION DE FROMAGES DE HAUTE QUALITÉ, DE SORTE QUE L’AUGMENTATION DU RENDEMENT DU FROMAGE, FORTEMENT DÉPENDANTE DE LA TENEUR EN PROTÉINES ET EN MATIÈRES GRASSES DU LAIT, AINSI QUE DE SES PROPRIÉTÉS DE COAGULATION (MCP), SONT D’UN GRAND INTÉRÊT POUR CE SECTEUR. CE PROJET, PROTMILKOMA, VISE À UTILISER LA TECHNIQUE DE SÉQUENCE DE MASSE PARALLÈLE DU TRANSCRIPTOME, OU RNASEQ, POUR LA DÉTECTION DE VARIANTES GÉNÉTIQUES AYANT DES EFFETS SUR LES CARACTÈRES DE PRODUCTION LAITIÈRE, PRINCIPALEMENT LE POURCENTAGE DE PROTÉINES (PP) ET DE MCP. EN OUTRE, LE PROJET PROPOSE DE CARACTÉRISER LE MICROBIOTE DE LA GLANDE MAMMAIRE SAINE DU MOUTON, DONT LA COMPOSITION ET L’ÉQUILIBRE PEUVENT AFFECTER LE BIEN-ÊTRE ET LA PRODUCTIVITÉ DE L’ANIMAL, AINSI QUE LA QUALITÉ ET LES PROPRIÉTÉS TECHNOLOGIQUES DU LAIT PRODUIT. À CETTE FIN, TROIS OBJECTIFS SPÉCIFIQUES SONT FIXÉS. DANS LE PREMIER, LE TRANSCRIPTOME MAMMAIRE DES MOUTONS AVEC PHÉNOTYPE DIVERGENT POUR PP A ÉTÉ ANALYSÉ, EN RÉALISANT UNE EXPÉRIENCE DE RNASEQ CHEZ DEUX RACES DE MOUTONS, CHURRA ET ASSAF (4 ANIMAUX HAUT PP VS 4 AN. SOUS PP, DANS CHAQUE RACE). À PARTIR DE TOUTES LES VARIANTES IDENTIFIÉES AVEC DES FRÉQUENCES EXTRÊMES ENTRE LES DEUX GROUPES, EN PARTICULIER CELLES SITUÉES DANS LES GÈNES DES CASÉINES ET DES PROTÉINES DE LACTOSÉRUM ET CELLES DES GÈNES IDENTIFIÉS COMME EXPRIMÉS DIFFÉRENTIELLEMENT (DEGS), UN GROUPE DE SNP SERA SÉLECTIONNÉ POUR ÊTRE INCLUS DANS UNE PUCE DE FAIBLE DENSITÉ, LA PUCE-PROTÉINE-LAIT (3,2K), DONT LE GÉNOTYPAGE DANS LES POPULATIONS COMMERCIALES (600 CHURRAS ET 600 ASSAF) SERVIRA À CONFIRMER LES ASSOCIATIONS POSSIBLES AVEC LES CARACTÈRES LAITIERS. DANS LE DEUXIÈME OBJECTIF, EN PARALLÈLE, UNE EXPÉRIENCE RNASEQ A ÉTÉ RÉALISÉE POUR COMPARER LE TRANSCRIPTOME MAMMAIRE DU MOUTON ASSAF AVEC UN PHÉNOTYPE EXTRÊME DIVERGENT POUR LA COAGULABILITÉ DU LAIT ET LES CARACTÈRES DE RENDEMENT DU FROMAGE (4 AN). DE MCP OPTIMAL VS 4 AN. DE LA MAUVAISE PCM). POUR CE FAIRE, IL SERA PROCÉDÉ À LA DÉTERMINATION DE PLUSIEURS PARAMÈTRES LIÉS AUX MCP (RCT, K20, A30, A45 ET A90, RENDEMENT DU FROMAGE, TENEUR EN CITRATE DE LAIT ET PH). ENCORE UNE FOIS, LA VARIABILITÉ DIVERGENTE IDENTIFIÉE DANS CETTE EXPÉRIENCE SÉLECTIONNERA LES SNP (SITUÉS DANS LES GÈNES DES PROTÉINES DU LAIT, DANS LES DTS ET LES GÈNES DE LA VOIE DE SYNTHÈSE DU CITRATE) À INCLURE DANS LA PUCE-PROTÉINE-LAIT. LES GÉNOTYPES DE CETTE PUCE GÉNÉRÉS CHEZ 400 MOUTONS ASSAF AVEC DES MESURES DISPONIBLES POUR LES CARACTÈRES TECHNOLOGIQUES ÉTUDIÉS PERMETTRONT D’IDENTIFIER LES VARIANTES ASSOCIÉES À CES PHÉNOTYPES. ENFIN, LE TROISIÈME OBJECTIF CARACTÉRISERA LE MICROBIOTE MAMMAIRE DU MOUTON ASSAF ÉCHANTILLONNÉ DANS L’OBJECTIF 2 EN ANALYSANT LA VARIABILITÉ DU GÈNE DE L’ARNR 16S PAR SÉQUENÇAGE, À UTILISER POUR L’ATTRIBUTION TAXONOMIQUE ET LA QUANTIFICATION DU MICROBIOTE MAMMAIRE. L’OBJECTIF EST D’IDENTIFIER LES PROFILS MICROBIENS SUSCEPTIBLES D’AVOIR UN EFFET POSITIF SUR LE RENDEMENT EN FROMAGE DU LAIT. DE PLUS, LES ÉCHANTILLONS PRÉSENTANT UNE PLUS GRANDE VARIABILITÉ MICROBIENNE SERONT SOUMIS À UN SÉQUENÇAGE COMPLET DE L’ADN BACTÉRIEN SELON UNE APPROCHE MÉTAGÉNOMIQUE. ENSEMBLE, PROTMILKOMA VISE, À TRAVERS LES OUTILS LES PLUS MODERNES ET LES TECHNOLOGIES GÉNOMIQUES, À FOURNIR DES SOLUTIONS PRATIQUES AU SECTEUR DES OVINS LAITIERS. (French)
5 December 2021
0 references
DIE ERZEUGUNG VON SCHAFSMILCH IN SPANIEN MACHT 21 % DER GESAMTEN EU AUS, KASTILIEN UND LEON SIND DIE PRODUZIERENDE REGION UND MIT DER HÖCHSTEN VOLKSZÄHLUNG UNSERES LANDES. DIESE PRODUKTION IST FAST AUSSCHLIESSLICH FÜR DIE HERSTELLUNG VON HOCHWERTIGEM KÄSE BESTIMMT, SO DASS DIE ERHÖHUNG DER KÄSERENDITE, DIE STARK VOM EIWEISS- UND FETTGEHALT DER MILCH ABHÄNGIG IST, SOWIE DEREN GERINNUNGSEIGENSCHAFTEN (MCP) FÜR DIESEN SEKTOR VON GROSSEM INTERESSE IST. DIESES PROJEKT, PROTMILKOMA, ZIELT DARAUF AB, DIE PARALLELE MASSENSEQUENZTECHNIK DES TRANSKRIPTOMS ODER RNASEQ ZUM NACHWEIS GENETISCHER VARIANTEN MIT AUSWIRKUNGEN AUF DIE MILCHPRODUKTIONSCHARAKTERE ZU VERWENDEN, VOR ALLEM DEN ANTEIL VON PROTEINEN (PP) UND MCP. DARÜBER HINAUS SCHLÄGT DAS PROJEKT VOR, DIE MIKROBIOTA DER GESUNDEN BRUSTDRÜSE DER SCHAFE ZU CHARAKTERISIEREN, DEREN ZUSAMMENSETZUNG UND GLEICHGEWICHT DAS WOHLERGEHEN UND DIE PRODUKTIVITÄT DES TIERES SOWIE DIE QUALITÄT UND TECHNOLOGISCHEN EIGENSCHAFTEN DER ERZEUGTEN MILCH BEEINFLUSSEN KÖNNEN. ZU DIESEM ZWECK WERDEN DREI SPEZIFISCHE ZIELE FESTGELEGT. IN DER ERSTEN WURDE DAS MAMÄR-TRANSKRIPTOM VON SCHAFEN MIT UNTERSCHIEDLICHEM PHÄNOTYP FÜR PP ANALYSIERT UND EIN EXPERIMENT MIT RNASEQ IN ZWEI SCHAFRASSEN, CHURRA UND ASSAF (4 TIERE HOHE PP VS. 4 AN) DURCHGEFÜHRT. UNTER PP, IN JEDER RASSE). VON ALLEN VARIANTEN, DIE MIT EXTREMEN FREQUENZEN ZWISCHEN DEN BEIDEN GRUPPEN IDENTIFIZIERT WERDEN, INSBESONDERE IN DEN GENEN DER KASEIN- UND MOLKENPROTEINE UND DENEN DER GENE, DIE ALS DIFFERENZIALAUSDRÜCKE (DEGS) IDENTIFIZIERT WURDEN, WIRD EINE GRUPPE VON SNPS FÜR DIE AUFNAHME IN EINEN LOW-DENSITY-CHIP AUSGEWÄHLT, DEN MILCHPROTEIN-CHIP (3.2K), DESSEN GENOTYPISIERUNG IN KOMMERZIELLEN POPULATIONEN (600 CHURRAS UND 600 ASSAF) DAZU DIENEN WIRD, MÖGLICHE ASSOZIATIONEN MIT MILCHCHARAKTER ZU BESTÄTIGEN. IM ZWEITEN ZIEL WURDE PARALLEL EIN RNASEQ-EXPERIMENT DURCHGEFÜHRT, UM DAS MAMMARETRANSKRIPTOM VON ASSAF SCHAFEN MIT UNTERSCHIEDLICHEN EXTREMEN PHÄNOTYPEN FÜR MILCHGERINNBARKEIT UND KÄSEERTRAGSCHARAKTERE ZU VERGLEICHEN (4 UND. VON OPTIMALER MCP VS 4 AN. VON SCHLECHTEM PCM). DAZU WIRD EINE BESTIMMUNG MEHRERER PARAMETER IM ZUSAMMENHANG MIT MCP (RCT, K20, A30, A45 UND A90, KÄSEAUSBEUTE, MILCHCITRATGEHALT UND PH-WERT) DURCHGEFÜHRT. DIE IN DIESEM EXPERIMENT IDENTIFIZIERTE ABWEICHENDE VARIABILITÄT WIRD WIEDERUM SNPS (IN DEN GENEN VON MILCHPROTEINEN, IN DEN SDRS UND DEN GENEN DES CITRATSYNTHESEWEGS) AUSWÄHLEN, DIE IN DEN MILCHPROTEIN-CHIP AUFGENOMMEN WERDEN. DIE GENOTYPEN DIESES CHIPS, DIE IN 400 ASSAF-SCHAFEN ERZEUGT WURDEN, MIT MASSNAHMEN, DIE FÜR DIE UNTERSUCHTEN TECHNOLOGISCHEN CHARAKTERE ZUR VERFÜGUNG STEHEN, ERMÖGLICHEN ES, VARIANTEN ZU IDENTIFIZIEREN, DIE MIT DIESEN PHÄNOTYPEN VERBUNDEN SIND. SCHLIESSLICH WIRD DAS DRITTE ZIEL DIE MAMMARISCHE MIKROBIOTA DER IN ZIEL 2 UNTERSUCHTEN ASSAF SCHAFE CHARAKTERISIEREN, INDEM DIE VARIABILITÄT DES 16S RRNA-GENS DURCH SEQUENZIERUNG ANALYSIERT WIRD, DIE ZUR TAXONOMISCHEN ZUTEILUNG UND QUANTIFIZIERUNG DER MAMMARENMIKROBIOTA VERWENDET WERDEN SOLL. ZIEL IST ES, MIKROBIELLE PROFILE ZU IDENTIFIZIEREN, DIE SICH POSITIV AUF DEN KÄSEERTRAG VON MILCH AUSWIRKEN KÖNNTEN. DARÜBER HINAUS WERDEN PROBEN MIT EINER GRÖSSEREN MIKROBIELLEN VARIABILITÄT EINER VOLLSTÄNDIGEN SEQUENZIERUNG BAKTERIELLER DNA UNTER VERWENDUNG EINES METAGENOMIC ANSATZES UNTERZOGEN. GEMEINSAM WILL PROTMILKOMA DURCH MODERNSTE WERKZEUGE UND GENOMISCHE TECHNOLOGIEN PRAKTISCHE LÖSUNGEN FÜR DEN MILCHSCHAFSEKTOR LIEFERN. (German)
9 December 2021
0 references
DE PRODUCTIE VAN SCHAPENMELK IN SPANJE VERTEGENWOORDIGT 21 % VAN DE TOTALE EU, WAARBIJ CASTILIË EN LEON DE MEEST PRODUCERENDE REGIO ZIJN EN MET DE HOOGSTE TELLING VAN ONS LAND. DEZE PRODUCTIE IS VRIJWEL GEHEEL BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KAAS VAN HOGE KWALITEIT, ZODAT DE TOENAME VAN DE KAASOPBRENGST, DIE STERK AFHANKELIJK IS VAN HET EIWIT- EN VETGEHALTE VAN DE MELK, EVENALS DE STOLLINGSEIGENSCHAPPEN (MCP), VAN GROOT BELANG ZIJN VOOR DEZE SECTOR. DIT PROJECT, PROTMILKOMA, HEEFT TOT DOEL DE PARALLELLE MASSASEQUENTIETECHNIEK VAN HET TRANSCRIPTOOM, OF RNASEQ, TE GEBRUIKEN VOOR DE DETECTIE VAN GENETISCHE VARIANTEN MET EFFECTEN OP DE ZUIVELPRODUCTIEKARAKTERS, VOORNAMELIJK HET PERCENTAGE EIWITTEN (PP) EN MCP. DAARNAAST WORDT IN HET PROJECT VOORGESTELD OM DE MICROBIOTA VAN DE GEZONDE BORSTKLIER VAN DE SCHAPEN TE KARAKTERISEREN, WAARVAN DE SAMENSTELLING EN HET EVENWICHT HET WELZIJN EN DE PRODUCTIVITEIT VAN HET DIER KUNNEN BEÏNVLOEDEN, EVENALS DE KWALITEIT EN TECHNOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN DE GEPRODUCEERDE MELK. DAARTOE WORDEN DRIE SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN VASTGESTELD. IN DE EERSTE WERD HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN SCHAPEN MET EEN AFWIJKEND FENOTYPE VOOR PP GEANALYSEERD, WAARBIJ EEN EXPERIMENT VAN RNASEQ WERD UITGEVOERD IN TWEE SCHAPENRASSEN, CHURRA EN ASSAF (4 DIEREN HOOG PP VS 4 AN). ONDER PP, IN ELK RAS). UIT ALLE VARIANTEN DIE ZIJN GEÏDENTIFICEERD MET EXTREME FREQUENTIES TUSSEN DE TWEE GROEPEN, MET NAME DIE IN DE GENEN VAN DE CASEÏNE EN WEIPROTEÏNEN EN DIE VAN DE GENEN DIE ALS DIFFERENTIEEL ZIJN UITGEDRUKT (DEGS), ZAL EEN GROEP SNP’S WORDEN GESELECTEERD VOOR OPNAME IN EEN CHIP MET LAGE DICHTHEID, DE MILKPROTEÏNE-CHIP (3.2K), WAARVAN GENOTYPERING IN COMMERCIËLE POPULATIES (600 CHURRAS EN 600 ASSAF) ZAL DIENEN OM MOGELIJKE ASSOCIATIES MET ZUIVELKARAKTERS TE BEVESTIGEN. IN DE TWEEDE DOELSTELLING, PARALLEL, WERD EEN RNASEQ EXPERIMENT UITGEVOERD OM HET MAMMAIRE TRANSCRIPTOOM VAN ASSAF SCHAPEN TE VERGELIJKEN MET DIVERGING EXTREME FENOTYPE VOOR MELK STOLLBAARHEID EN KAAS OPBRENGST KARAKTERS (4 EEN. VAN OPTIMALE MCP VS 4 AN. VAN SLECHTE PCM). DAARTOE ZULLEN VERSCHILLENDE PARAMETERS MET BETREKKING TOT MCP’S (RCT, K20, A30, A45 EN A90, KAASOPBRENGST, MELKCITRAATGEHALTE EN PH) WORDEN BEPAALD. NOGMAALS, DE UITEENLOPENDE VARIABILITEIT DIE IN DIT EXPERIMENT WORDT VASTGESTELD, SELECTEERT SNP’S (GEPLAATST IN DE GENEN VAN MELKEIWITTEN, IN DE SDR’S EN DE GENEN VAN DE CITRAATSYNTHESEROUTE) DIE IN DE MILKPROTEÏNE-CHIP MOETEN WORDEN OPGENOMEN. DE GENOTYPES VAN DEZE CHIP GEGENEREERD IN 400 ASSAF SCHAPEN MET MAATREGELEN BESCHIKBAAR VOOR DE TECHNOLOGISCHE KARAKTERS IN STUDIE ZAL TOELATEN OM VARIANTEN GEASSOCIEERD MET DEZE FENOTYPES TE IDENTIFICEREN. TEN SLOTTE ZAL DE DERDE DOELSTELLING DE MAMMAIRE MICROBIOTA VAN DE ASSAF-SCHAPEN BEMONSTERD IN DOELSTELLING 2 KARAKTERISEREN DOOR DE VARIABILITEIT VAN HET 16S RRNA-GEN TE ANALYSEREN DOOR SEQUENCING, TE GEBRUIKEN VOOR TAXONOMISCHE TOEWIJZING EN KWANTIFICERING VAN DE MAMMAIRE MICROBIOTA. HET DOEL IS MICROBIËLE PROFIELEN TE IDENTIFICEREN DIE EEN POSITIEF EFFECT KUNNEN HEBBEN OP DE MELKKAASOPBRENGST. BOVENDIEN ZULLEN MONSTERS MET GROTERE MICROBIËLE VARIABILITEIT WORDEN ONDERWORPEN AAN VOLLEDIGE SEQUENCING VAN BACTERIËLE DNA MET BEHULP VAN EEN METAGENOMISCHE BENADERING. SAMEN STREEFT PROTMILKOMA MET DE MODERNSTE TOOLS EN GENOMISCHE TECHNOLOGIEËN NAAR PRAKTISCHE OPLOSSINGEN VOOR DE ZUIVELSECTOR. (Dutch)
17 December 2021
0 references
León
0 references
Identifiers
AGL2015-66035-R
0 references