Correlation between extracellular matrix metalloprotease, serum lipids, and changes in hepatic fibrosis in HIV-HCV GT1 coinfected and 4 treated with two ADA regimens (Q3143365): Difference between revisions

From EU Knowledge Graph
Jump to navigation Jump to search
(‎Changed label, description and/or aliases in de, and other parts: Adding German translations)
(‎Changed label, description and/or aliases in nl, and other parts: Adding Dutch translations)
label / nllabel / nl
 
Correlatie tussen extracellulaire matrix metalloprotease, serumlipiden, en veranderingen in leverfibrose bij HIV-HCV GT1 met muntinfectie en 4 behandeld met twee ADA-regimes
Property / summary
 
Achtergrond: De rol van MMP’s en TIMP’s bij HCV-geïnduceerde leverfibrose is van cruciaal belang. Sommige SNP’s van MMP’s wijzigen hun expressie. HCV verlaagt de serumlipidenspiegels bij HIV-HCV-muntinfectie. Nieuwe ADA’s zijn bij deze patiënten zeer effectief tegen HCV. Het effect van ADD op verschillende celtranscriptiefactoren en serumspiegels van MMP’s en TIMP’s en de correlatie daarvan met veranderingen in leverfibrose bij HIV-HCV-gecodificeerde patiënten is onbekend. Doelstelling: Bepaal veranderingen in leverfibrose, in transcriptiefactoren AP-1 en NF-B, en in serumspiegels van MMP’s, TIMP’s en lipiden in HIV-HCV met GT1 en 4 behandeld met sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprevir/ritonavir met/zonder dasabuvir met/zonder ribavirine gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Patiënten: 200 HIV-HCV die gelijktijdig besmet zijn met antiretrovirale therapie met leverfibrose F=2, GT 1 en 4, positieve HCV en HIV-negatieve virale belasting gedurende =6 maanden, worden verdeeld in 2 groepen: groep A) 100 patiënten zullen gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/dag krijgen; groep B) 100 patiënten krijgen ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/dag met/zonder dasabuvir 250 mg/12h gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Aan het gewicht aangepaste ribavirine wordt toegevoegd aan die met verhoogde hepatische fibrose. Methoden: Leverfibrose moet met ET worden bepaald, rekening houdend met F=2 als ET = 7,6 Kpa. MMP’s (-2, -3, -8, -9, -10) en TIMP’s (-1, -2, -4) worden gemeten in serum per ELISA-microarrays en AP-1 en NF-B in mRNA’s per qRT-PCR. Virale ladingen van HIV en HIV worden gemeten door PCR. MMP SNPs (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) zullen worden genotypeerd. Levertests, lipiden, CD4 en andere analytische parameters zullen worden bepaald. Alle bepalingen zullen worden uitgevoerd vóór aanvang van de behandeling met ADA en na maanden 1, 3, 6, 12, 18 en 24 (Dutch)
Property / summary: Achtergrond: De rol van MMP’s en TIMP’s bij HCV-geïnduceerde leverfibrose is van cruciaal belang. Sommige SNP’s van MMP’s wijzigen hun expressie. HCV verlaagt de serumlipidenspiegels bij HIV-HCV-muntinfectie. Nieuwe ADA’s zijn bij deze patiënten zeer effectief tegen HCV. Het effect van ADD op verschillende celtranscriptiefactoren en serumspiegels van MMP’s en TIMP’s en de correlatie daarvan met veranderingen in leverfibrose bij HIV-HCV-gecodificeerde patiënten is onbekend. Doelstelling: Bepaal veranderingen in leverfibrose, in transcriptiefactoren AP-1 en NF-B, en in serumspiegels van MMP’s, TIMP’s en lipiden in HIV-HCV met GT1 en 4 behandeld met sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprevir/ritonavir met/zonder dasabuvir met/zonder ribavirine gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Patiënten: 200 HIV-HCV die gelijktijdig besmet zijn met antiretrovirale therapie met leverfibrose F=2, GT 1 en 4, positieve HCV en HIV-negatieve virale belasting gedurende =6 maanden, worden verdeeld in 2 groepen: groep A) 100 patiënten zullen gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/dag krijgen; groep B) 100 patiënten krijgen ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/dag met/zonder dasabuvir 250 mg/12h gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Aan het gewicht aangepaste ribavirine wordt toegevoegd aan die met verhoogde hepatische fibrose. Methoden: Leverfibrose moet met ET worden bepaald, rekening houdend met F=2 als ET = 7,6 Kpa. MMP’s (-2, -3, -8, -9, -10) en TIMP’s (-1, -2, -4) worden gemeten in serum per ELISA-microarrays en AP-1 en NF-B in mRNA’s per qRT-PCR. Virale ladingen van HIV en HIV worden gemeten door PCR. MMP SNPs (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) zullen worden genotypeerd. Levertests, lipiden, CD4 en andere analytische parameters zullen worden bepaald. Alle bepalingen zullen worden uitgevoerd vóór aanvang van de behandeling met ADA en na maanden 1, 3, 6, 12, 18 en 24 (Dutch) / rank
 
Normal rank
Property / summary: Achtergrond: De rol van MMP’s en TIMP’s bij HCV-geïnduceerde leverfibrose is van cruciaal belang. Sommige SNP’s van MMP’s wijzigen hun expressie. HCV verlaagt de serumlipidenspiegels bij HIV-HCV-muntinfectie. Nieuwe ADA’s zijn bij deze patiënten zeer effectief tegen HCV. Het effect van ADD op verschillende celtranscriptiefactoren en serumspiegels van MMP’s en TIMP’s en de correlatie daarvan met veranderingen in leverfibrose bij HIV-HCV-gecodificeerde patiënten is onbekend. Doelstelling: Bepaal veranderingen in leverfibrose, in transcriptiefactoren AP-1 en NF-B, en in serumspiegels van MMP’s, TIMP’s en lipiden in HIV-HCV met GT1 en 4 behandeld met sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprevir/ritonavir met/zonder dasabuvir met/zonder ribavirine gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Patiënten: 200 HIV-HCV die gelijktijdig besmet zijn met antiretrovirale therapie met leverfibrose F=2, GT 1 en 4, positieve HCV en HIV-negatieve virale belasting gedurende =6 maanden, worden verdeeld in 2 groepen: groep A) 100 patiënten zullen gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/dag krijgen; groep B) 100 patiënten krijgen ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/dag met/zonder dasabuvir 250 mg/12h gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Aan het gewicht aangepaste ribavirine wordt toegevoegd aan die met verhoogde hepatische fibrose. Methoden: Leverfibrose moet met ET worden bepaald, rekening houdend met F=2 als ET = 7,6 Kpa. MMP’s (-2, -3, -8, -9, -10) en TIMP’s (-1, -2, -4) worden gemeten in serum per ELISA-microarrays en AP-1 en NF-B in mRNA’s per qRT-PCR. Virale ladingen van HIV en HIV worden gemeten door PCR. MMP SNPs (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) zullen worden genotypeerd. Levertests, lipiden, CD4 en andere analytische parameters zullen worden bepaald. Alle bepalingen zullen worden uitgevoerd vóór aanvang van de behandeling met ADA en na maanden 1, 3, 6, 12, 18 en 24 (Dutch) / qualifier
 
point in time: 17 December 2021
Timestamp+2021-12-17T00:00:00Z
Timezone+00:00
CalendarGregorian
Precision1 day
Before0
After0

Revision as of 10:28, 17 December 2021

Project Q3143365 in Spain
Language Label Description Also known as
English
Correlation between extracellular matrix metalloprotease, serum lipids, and changes in hepatic fibrosis in HIV-HCV GT1 coinfected and 4 treated with two ADA regimens
Project Q3143365 in Spain

    Statements

    0 references
    56,000.0 Euro
    0 references
    70,000.0 Euro
    0 references
    80.0 percent
    0 references
    1 January 2017
    0 references
    31 March 2020
    0 references
    FUNDACION PARA LA INVESTIGACION E INNOVACION BIOSANITARIA EN EL PRINCIPADO DE ASTURIAS
    0 references
    0 references

    43°21'38.16"N, 5°50'41.64"W
    0 references
    33044
    0 references
    Antecedentes: El papel de las MMPs y TIMPs en la fibrosis hepática inducida por el VHC es fundamental. Algunos SNPs de MMPs modifican su expresión. El VHC disminuye los niveles séricos de lípidos en los coinfectados VIH-VHC. Los nuevos AAD son muy eficaces frente al VHC en estos pacientes. El efecto de los ADD sobre diferentes factores de transcripción celular y niveles séricos de MMPs y TIMPS y su correlación con los cambios en la fibrosis hepática en los coinfectados VIH-VHC se desconoce. Objetivo: Determinar los cambios en la fibrosis hepática, en los factores de transcripción AP-1 y NF-B y en los niveles séricos de MMPs, TIMPs y lípidos en los coinfectados VIH-VHC con GT1 y 4 tratados con sofosbuvir + ledipasvir frente a ombitasvir /paritaprevir/ ritonavir con/sin dasabuvir con/sin ribavirina durante 12 (y si es necesario) 24 semanas. Pacientes: 200 coinfectados VIH-VHC en tratamiento antiretroviral con fibrosis hepatica F=2, GT 1 y 4, carga viral del VHC positiva y del VIH negativa durante =6 meses se dividirán en 2 grupos: grupo A) 100 pacientes recibirán sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/día durante 12 ( y si es necesario) 24 semanas; grupo B) 100 pacientes recibirán ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/day con/sin dasabuvir 250 mg/12h durante 12 (y si es necesario) 24 semanas. Se les añadirá ribavirina ajustada al peso en aquéllos con fibrosis hepática elevada. Métodos: La fibrosis hepática se determinará mediante ET, considerando F=2 si ET = 7,6 Kpa. Se medirán MMPs (-2, -3, -8, -9, -10) y TIMPs (-1, -2, -4) en suero por microarrays de ELISA y AP-1 y NF-B en ARNm por qRT-PCR . Las cargas virales del VIH y VIH se medirán por PCR. Se genotiparán los SNPs de MMPs (MMP-1- 1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8- 799C/T, MMP-9 -1562 C/T, MMP-13 -77A/G). Se determinarán pruebas hepática, lípidos, CD4 y otros parámetros analíticos. Se realizarán todas las determinaciones antes de iniciar el tratamiento con AAD y a los meses 1, 3, 6, 12, 18 y 24 (Spanish)
    0 references
    Background: The role of MMPs and TIMPs in HCV-induced hepatic fibrosis is crucial. Some SNPs of MMPs modify their expression. HCV decreases serum lipid levels in HIV-HCV coinfected. New ADAs are very effective against HCV in these patients. The effect of ADD on different cell transcription factors and serum levels of MMPs and TIMPs and their correlation with changes in hepatic fibrosis in HIV-HCV coinfected patients is unknown. Objective: Determine changes in hepatic fibrosis, in transcription factors AP-1 and NF-B, and in serum levels of MMPs, TIMPs and lipids in HIV-HCV coinfected with GT1 and 4 treated with sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprevir/ritonavir with/without dasabuvir with/without ribavirin for 12 (and if necessary) 24 weeks. Patients: 200 HIV-HCV co-infected in antiretroviral therapy with hepatic fibrosis F=2, GT 1 and 4, positive HCV and HIV-negative viral load for =6 months will be divided into 2 groups: group A) 100 patients will receive sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/day for 12 (and if necessary) 24 weeks; group B) 100 patients will receive ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/day with/without dasabuvir 250 mg/12h for 12 (and if necessary) 24 weeks. Weight-adjusted ribavirin will be added in those with elevated hepatic fibrosis. Methods: Hepatic fibrosis shall be determined by ET, considering F=2 if ET = 7.6 Kpa. MMPs (-2, -3, -8, -9, -10) and TIMPs (-1, -2, -4) shall be measured in serum per ELISA microarrays and AP-1 and NF-B in mRNAs per qRT-PCR. Viral loads of HIV and HIV will be measured by PCR. MMP SNPs (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) will be genotyped. Liver tests, lipids, CD4 and other analytical parameters will be determined. All determinations will be made prior to initiation of treatment with ADA and at months 1, 3, 6, 12, 18 and 24 (English)
    12 October 2021
    0 references
    Contexte: Le rôle des PMM et des PGTI dans la fibrose hépatique induite par le VHC est crucial. Certains SNP des MMP modifient leur expression. Le VHC diminue les taux sériques de lipides dans le VIH-VHC co-infecté. Les nouveaux ADA sont très efficaces contre le VHC chez ces patients. L’effet de la TDA sur les différents facteurs de transcription cellulaire et les niveaux sériques de MMP et de TIMP ainsi que leur corrélation avec les changements de la fibrose hépatique chez les patients co-infectés par le VIH-VHC sont inconnus. Objectif: Déterminer les changements dans la fibrose hépatique, dans les facteurs de transcription AP-1 et NF-B, et dans les taux sériques de MMP, de TIMP et de lipides dans le VHC-VIH co-infectés par GT1 et 4 traités par sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprévir/ritonavir avec/sans dasabuvir avec/sans ribavirine pendant 12 (et si nécessaire) 24 semaines. Patients: 200 VHC-VIH co-infectés dans un traitement antirétroviral par fibrose hépatique F=2, GT 1 et 4, positif VHC et charge virale séronégative pour = 6 mois seront divisés en 2 groupes: groupe A) 100 patients recevront du sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/jour pendant 12 (et si nécessaire) 24 semaines; groupe B) 100 patients recevront ombitasvir/paritaprévir/ritonavir (25/150/100 mg)/jour avec/sans dasabuvir 250 mg/12h pendant 12 (et si nécessaire) 24 semaines. La ribavirine ajustée en fonction du poids sera ajoutée chez les personnes atteintes d’une fibrose hépatique élevée. Méthodes: La fibrose hépatique doit être déterminée par ET, compte tenu de F=2 si ET = 7,6 Kpa. Les MMP (-2, -3, -8, -9, -10) et TIMP (-1, -2, -4) sont mesurées dans le sérum par microréseau ELISA et AP-1 et NF-B dans les ARNm par qRT-PCR. La charge virale du VIH et du VIH sera mesurée par PCR. Les SNP MMP (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) seront génotypés. Les tests hépatiques, les lipides, le CD4 et d’autres paramètres analytiques seront déterminés. Toutes les déterminations seront faites avant le début du traitement par ADA et aux mois 1, 3, 6, 12, 18 et 24. (French)
    2 December 2021
    0 references
    Hintergrund: Die Rolle von MMP und TIMPs bei HCV-induzierter Leberfibrose ist von entscheidender Bedeutung. Einige SNPs von MMPs ändern ihren Ausdruck. HCV senkt die Serum-Lipidspiegel bei HIV-HCV-Präparaten. Neue ADAs sind bei diesen Patienten sehr wirksam gegen HCV. Die Wirkung von ADD auf verschiedene Zelltranskriptionsfaktoren und Serumspiegel von MMP und TIMPs und deren Korrelation mit Veränderungen der Leberfibrose bei HIV-HCV-Münzinfektionen ist nicht bekannt. Ziel: Bestimmen Sie Änderungen der Leberfibrose, der Transkriptionsfaktoren AP-1 und NF-B sowie des Serumspiegels von MMPs, TIMPs und Lipiden bei HIV-HCV, die mit GT1 und 4 mit Sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprevir/ritonavir mit/ohne Dasabuvir mit/ohne Ribavirin für 12 (und erforderlichenfalls) 24 Wochen behandelt wurden. Patienten: 200 HIV-HCV, die in einer antiretroviralen Therapie mit Leberfibrose F=2, GT 1 und 4, positiver HCV und HIV-negativer Viruslast für =6 Monate koinfiziert werden, werden in 2 Gruppen unterteilt: Gruppe A) 100 Patienten erhalten Sofosbuvir/Ledipasvir (90/400mg)/Tag für 12 (und erforderlichenfalls) 24 Wochen; Gruppe B) 100 Patienten erhalten für 12 (und erforderlichenfalls) 24 Wochen ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/Tag mit/ohne Dasabuvir 250 mg/12h. Gewichtsangepasstes Ribavirin wird bei Patienten mit erhöhter Leberfibrose zugesetzt. Methoden: Die Leberfibrose wird durch ET bestimmt, wobei F=2 berücksichtigt wird, wenn ET = 7,6 Kpa. MMP (-2, -3, -8, -9, -10) und TIMP (-1, -2, -4) sind in Serum pro ELISA-Mikroarrays und AP-1 und NF-B in mRNAs pro qRT-PCR zu messen. Virusbelastungen von HIV und HIV werden per PCR gemessen. MMP SNPs (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) werden genotypisiert. Lebertests, Lipide, CD4 und andere analytische Parameter werden bestimmt. Alle Bestimmungen werden vor Beginn der Behandlung mit ADA und in den Monaten 1, 3, 6, 12, 18 und 24 getroffen. (German)
    9 December 2021
    0 references
    Achtergrond: De rol van MMP’s en TIMP’s bij HCV-geïnduceerde leverfibrose is van cruciaal belang. Sommige SNP’s van MMP’s wijzigen hun expressie. HCV verlaagt de serumlipidenspiegels bij HIV-HCV-muntinfectie. Nieuwe ADA’s zijn bij deze patiënten zeer effectief tegen HCV. Het effect van ADD op verschillende celtranscriptiefactoren en serumspiegels van MMP’s en TIMP’s en de correlatie daarvan met veranderingen in leverfibrose bij HIV-HCV-gecodificeerde patiënten is onbekend. Doelstelling: Bepaal veranderingen in leverfibrose, in transcriptiefactoren AP-1 en NF-B, en in serumspiegels van MMP’s, TIMP’s en lipiden in HIV-HCV met GT1 en 4 behandeld met sofosbuvir + ledipasvir versus ombitasvir/paritaprevir/ritonavir met/zonder dasabuvir met/zonder ribavirine gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Patiënten: 200 HIV-HCV die gelijktijdig besmet zijn met antiretrovirale therapie met leverfibrose F=2, GT 1 en 4, positieve HCV en HIV-negatieve virale belasting gedurende =6 maanden, worden verdeeld in 2 groepen: groep A) 100 patiënten zullen gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken sofosbuvir/ledipasvir (90/400mg)/dag krijgen; groep B) 100 patiënten krijgen ombitasvir/paritaprevir/ritonavir (25/150/100 mg)/dag met/zonder dasabuvir 250 mg/12h gedurende 12 (en indien nodig) 24 weken. Aan het gewicht aangepaste ribavirine wordt toegevoegd aan die met verhoogde hepatische fibrose. Methoden: Leverfibrose moet met ET worden bepaald, rekening houdend met F=2 als ET = 7,6 Kpa. MMP’s (-2, -3, -8, -9, -10) en TIMP’s (-1, -2, -4) worden gemeten in serum per ELISA-microarrays en AP-1 en NF-B in mRNA’s per qRT-PCR. Virale ladingen van HIV en HIV worden gemeten door PCR. MMP SNPs (MMP-1-1607 1G/2G, MMP-3-1612 5A/6, MMP-8-799C/T, MMP-9-1562 C/T, MMP-13-77A/G) zullen worden genotypeerd. Levertests, lipiden, CD4 en andere analytische parameters zullen worden bepaald. Alle bepalingen zullen worden uitgevoerd vóór aanvang van de behandeling met ADA en na maanden 1, 3, 6, 12, 18 en 24 (Dutch)
    17 December 2021
    0 references
    Oviedo
    0 references

    Identifiers

    PI16_01999
    0 references